Je hoeft helemaal niet zoveel vast te houden als je zelf denkt. Grijp niet teveel in, Betty. Nu ‘haalt’ je paard steeds met zijn hoofd. Dat betekent op z’n ‘paards’: ik voel me opgesloten, beperkt in mijn bewegingsvrijheid. Om de rug lekker in balans te laten deinen, moet de diepe rugspier (aan de buikzijde van de wervelkolom) los zijn. Elke keer als jouw paard met zijn hoofd haalt, zegt dat iets over jouw te stille (stotende) handen. Niet over hem. Dus als hij dat doet, denk dan: oeps, hand weg.
Daarna maak je gewoon contact en je vraagt door nageven om aanleuning, soepel en zacht. Smelt in die rechterarm. Hij stapt nu letterlijk met het achterbeen in de print van zijn voorbeen en ik wil hem eigenlijk, ook gezien de bouw van dit paard, over laten stappen. Geef nog meer leidsellengte. Ha, nu pakt hij een volle hoef over op de voorhoef. Kijk eens naar de kwaliteit van de bilspier. Die begint blubber te worden. Daar wil ik meer van. Groom Frank, kun jij jouw hand eens op de schouder van je vrouw leggen?
Als hij omhoog gaat, knijp er dan even in. Betty, het is de bedoeling dat jij dat rechterleidsel zacht maakt en met het linker duidelijker contact opneemt. Constante aanleuning vind ik voorlopig nog belangrijker dan die onbedoelde stelling buitenwaarts. Pak maar eens een paar grote achten. Houd je linkerschouder lekker laag, Betty. Jouw huiswerk bestaat uit voorlopig voltes en achten in stap en draf, maar ook buiten opletten dat je een schouder niet optrekt waardoor je spieren niet overbelast.'