Paarden zitten er niet mee; die leven bij de dag. Als zo rond hun twintigste de eerste tekenen van slijtage zich aandienen, zullen ze in eerste instantie net doen alsof er niets aan de hand is. In het wild speuren roofdieren immers altijd naar de zwakste schakel. Daardoor komen veel wilde paarden meestal helemaal niet toe aan ouderdomsklachten als slijtage aan het gebit en de gewrichten, spijsverteringsproblemen, koliek en andere ongemakken. Dat heeft wel iets moois en sereens: gaat je vitaliteit eraan dan wordt het tijd om te gaan, voordat een lijdensweg zich aandient. Daar helpen roofdieren je bij. Zo gaat er niets van jou verloren.