In gebieden waar veel Amish wonen en werken, vertonen de vluchtstroken naast de rijbanen een duidelijke hoefslag. Ze zijn helemaal rauw van de vele buggies met dravertjes die hier dagelijks voorbij komen.
Krijgen Amerikaanse jongens zo rond hun achttiende hun eerste auto, op hun zestiende krijgen jonge Amish hun eerste buggy-met-draver. Het markeert de overgang van jongen naar man. Toch sla je de plank mis als je stelt dat paarden voor de Amish zijn wat auto’s voor ons zijn. Ze zijn meer dan dat, ze vertegenwoordigen een manier van leven. Het simpele gegeven dat een paard nu eenmaal niet sneller kan dan een paard begrenst immers ook het leeftempo van de Amish!
Racende Amish
Aha, deze mensen leven dus in het verleden? Om de drommel niet! Ook jonge Amish ‘racen’ wel eens met hun paarden en het aantal verkeersongevallen waarbij buggies en auto’s betrokken zijn, baart velen zorgen. En bekijk zo’n buggy eens van dichtbij. De meeste van deze sobere, zwarte rijtuigjes zijn uit polyester vervaardigd. Verlichting voeren ze ook, zij het dynamo-aangedreven. Hoewel ze dapper vasthouden aan hun eeuwenoude ‘Ordnung’, voelen ook de Amish de hete adem van de vooruitgang in hun nek. Het is interessant om te bekijken hoe ze daar mee omgaan.
Anticiperen of creperen
Toen de Amish, onder druk van religieuze intolerantie in Europa, naar Amerika kwamen, gingen ze gewoon door met waar ze in Duitsland en Zwitserland mee gestopt waren: de kost verdienen als boer.
Dat ging lange tijd goed, want ze mochten zichzelf dan een hele serie restricties hebben opgelegd, op hun achterhoofd gevallen waren ze bepaald niet. Jaar na jaar vonden ze nieuwere, snellere en betere landbouwwerktuigen voor paardentractie uit, alles binnen de grenzen van het religieus aanvaardbare.