Landgoed 't Hulsevoort: paarden helpen mensen met beperkingen - Paardenwaarden

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Landgoed 't Hulsevoort: paarden helpen mensen met beperkingen

Wow Momenten > PAARDENVOLK MET VISIE
Regenboogpaarden op 't Hulsevoort
Geloof jij dat een paard verliefd kan worden op een mens?”, vraagt Marianne Scherps, wanneer ik haar bezoek op haar prachtige werkplek Landgoed 't Hulsevoort, even buiten Beltrum. Een serieuze vraag die een serieus antwoord verdient, dus graaf ik diep in mijn steeds zwaardere rugzak vol kennis over de lichaamstaal van het paard.
Gaf Marianne Scherps in voorgaande jaren op uiteenlopende locaties paardrijles aan kinderen met ADHD, Asperger en Autisme, tegenwoordig is ze de vaste (paarden)waarde in het team rondom Marian Klein Gebbinck. Marian is de drijvende kracht achter Landgoed 't Hulsevoort. Zij heeft haar landgoed omgetoverd tot een veilige haven voor kinderen, jongvolwassenen en ouderen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Hier vindt deze kwetsbare groep rust en geborgenheid maar ook levensvreugde, want vrijwel nergens anders in Nederland vind je zo'n mooie mix van dagopvang, vrijtijdsbesteding in een natuurlijke omgeving, krachtplaatsen, toegang tot boerderijdieren, inclusief de 'regenboogkudde' van Marianne, tal van artistieke, muzikale en creatieve en bezigheden, therapeutische behandelingen en interessante lezingen. Waarlijk een holistisch oord, waar Marianne Scherps helemaal op haar plek is. Hetzelfde geldt voor haar regenboogkudde, een mengelmoes van paarden met een verleden... 
Kudde dynamiek hervonden
Wonderbaarlijk hoe de sfeer van een bepaalde locatie, gecreëerd door mensen met een spirituele instelling en een holistische denkwijze, invloed kan hebben op de gedragingen van degenen die deze plek bezoeken, er verblijven en er werken. Hier op 't Hulsevoort zijn Marianne's paarden en pony's volledig tot ontplooiing gekomen. Hier voelen ze zich vrij om hun oorspronkelijke kudde dynamiek tot uitdrukking te brengen. “Ik laat ze ook letterlijk vrij”, aldus een nuchtere Marianne, alsof dat iets vanzelfsprekends is in paardenhouderijkringen... “Soms zet ik zelfs het wandelpad om het landgoed heen even open, zodat ze helemaal rond kunnen lopen, tot in het bos met de krachtplekken. Stukkie lopen, beetje knabbelen aan boomblaadjes, lekker rondscharrelen in een prikkelrijke omgeving, precies zoals wilde paarden dat ook doen.” Het resultaat is een vorm van natuurlijk gedrag die je niet veel meer bij gedomesticeerde paarden aantreft. Paarden die incidenteel samen geweid worden lijken vaak op losse schaakbordstukken. Het zijn allemaal individuen die een groot veld van persoonlijke ruimte om zich heen opeisen. Alsof het autisten zijn. Weinig onderlinge verbondenheid, want ja, waarom vriendschapsbanden met andere paarden smeden? Je weet nooit hoelang je bij elkaar mag blijven. Marianne's paarden mogen wel samen blijven en dus zie je gedragspatronen die je ook bij wilde paarden ziet. Neem de ruinen. Elk van hen werpt zich op als beschermheer van een eigen groepje merries. Deze blijven uit eigen beweging bij de betreffende ruin in de buurt, bepalen onderling de rangorde en laten 'vriendinnengedrag' zien (lekker dicht tegen elkaar aan staan). Ook zie je groepjes paarden en pony's van ongeveer gelijke leeftijd samenscholen en elkaar poetsen, zoals groepjes merries en vrijgezelle hengsten dat in het wild ook doen. Ondanks hun vaak traumatische verleden zijn Marianne's paarden stuk voor stuk dol op mensen. Hoe krijgt ze dat voor elkaar? “Ik waak ervoor ze met negatieve ervaringen op te zadelen. Kijk maar eens naar de ogen van paarden die alleen maar positieve ervaringen met mensen hebben; dat zijn pretoogjes en al mijn paarden hebben pretoogjes.”
Integratieproces
Een nieuw paard aan de kudde toevoegen gebeurt ook op de natuurlijke manier. “Ja, ik zet de nieuweling meteen bij de anderen en laat het integratieproces aan de kudde zelf over. De kudde weet beter hoe het moet dan ik. In de natuur begint een nieuwkomer helemaal onderaan de ladder. Stelt hij zich terughoudend en bescheiden op dan zal hij snel zijn plaats vinden en geleidelijk aan kunnen opklimmen in de hiërarchie, of zich tevreden stellen met zijn positie, of een passend taak op zich nemen: opvoeding van de jongere dieren, bescherming van de meest kwetsbaren, de paljas uithangen... Past hij zich niet aan, dan zal de kudde hem op zijn plaats zetten. Daarbij vallen soms rake klappen, maar uiteindelijk komt het allemaal goed. Altijd.” Mijn oog valt op een zwaar behaarde, klein formaat tinkermerrie die zich in de periferie van de kudde ophoudt. Ze is 
Marianne's nieuwste aanwinst en overduidelijk de laagste in rang. Met haar hoofd naar beneden staat ze daar, een toonbeeld van onderworpenheid, terwijl een ander vriendengroepje gezellig rondom de dichtstbijzijnde ruif aan hooi staat te knabbelen. Zolang de merrie zich gedeisd houdt, heeft ze niets van hen te vrezen. Dan ineens klinkt vanuit de verte een diepe, sonore 'groink', duidelijk gericht aan het adres van de tinkermerrie. Ze heft haar hoofd op. Een grofgebouwde ruin met trekpaardenbloed komt aandraven, maakt neuscontact met de merrie en voert haar resoluut mee naar de verst verwijderde hooiruif, waar ze samen, lijf aan lijf en in het gezelschap van nog een laaggeplaatst paard, gaan staan eten, de ogen half gesloten. Hiermee geven paarden die zich in elkaars persoonlijke ruimte bevinden aan dat ze vreedzame bedoelingen hebben. “Blijf maar hier. Je mag naast me staan. Ik verjaag je niet.” 
Luilekkerland
Marianne opent het hek en begeeft zich tussen de paarden. “Mooi hè, al die verschillende rassen. Dit is hun verblijfsweide, lekker ruim en met een aantal schuilstallen. Ze hebben hem helemaal kaalgegeten. Prima, want dan kunnen ze zich ook niet volproppen met lentegras en hoefbevangen raken.
Ze moeten het doen met water en hooi uit de ruiven. Alleen 's ochtends en 's middags mogen ze een uurtje de groene weide in. Luilekkerland. Wil je zien hoe dat gaat?” Gedecideerd loopt ze richting de groene, kruidenrijke weide, op de voet gevolgd door een lange sliert paarden. “Yess!!!” Zodra Marianne het schrikdraad tussen de twee weilanden weghaalt, stromen de verschillende vriendengroepjes via de sluis van schrikdraad rangordelijk de groene weide in en gaan zij aan zij staan grazen.

Peleton shetlanders
Een peleton shetlanders komt blij aandraven en weet zich tussen de grote paarden door Luilekkerland binnen te wurmen. Marianne lacht: “Die vlieger gaat niet op, kleintjes”, en jaagt de shetlanders terug naar de grote weide. Voor deze sobere pony's is de weide momenteel veel te rijk. Zij moeten het doen met hooi. Er wordt wat verontwaardigd heen en weer gedraafd, met hoofdjes geschud, met voetjes gestampt en naar elkaar gebeten en gegild, maar al snel keert de rust terug. Na een uurtje leidt Marianne, met hulp van twee medewerkers, de overige paarden weer naar de verblijfsweide. Het gaat allemaal heel ordelijk, want zijn eenmaal de leidende ruinen 'over de dam' dan volgt de rest vanzelf. Het ene groepje zoekt een favoriet stukje weide op en probeert daar nog wat groene sprietjes te vinden, het andere gaat op rust staan om een uiltje te knappen en een derde groepje begeeft zich naar een van de ruiven.             
Verliefd?
Marianne maakt me attent op een sierlijke schimmelruin met een uitgesproken vaderlijke uitstraling en de houding van een leider: hoofd omhoog, om zich heen speurend, af en toe een voetje verzettend of een hals buigend, beweeglijke oren... “Hij is mijn nieuwe Amerigo”, lacht Marianne, “een kerel van goud en de kuddeleider.”
Nadat de schimmelruin een paar voordringers op hun plaats heeft gezet, stapt hij resoluut op Marianne af en drukt voorzichtig en liefdevol zijn snuit tegen haar neus en mond. Geruime tijd blijven de twee zo staan, waarna Marianne zich van hem losmaakt en vraagt: “Denk jij dat een paard verliefd kan zijn op een mens?” Ik antwoord: “Waarom niet? Ik ga erover nadenken.”
's Avonds laat valt het dubbeltje. Waarom is deze ruin zo close met Marianne? Niet omdat hij verliefd op haar zou zijn. Deze kuddeleider ziet Marianne als de leidende merrie! De leidende merrie is degene die de kudde naar grazige weiden leidt, dat is haar taak. Er is altijd een nauwe band tussen de leidende hengst en de leidende merrie. Omdat Marianne dit gedrag consequent vertoont beschouwt de leidende ruin haar als de leidende merrie. Zijn nauwe band met haar is dus alleszins verklaarbaar. Marianne's commentaar: “Ach, dit is eigenlijk zo logisch. Als de paarden ziek zijn, ben ik er en help ze er doorheen met medicijnen of iets anders. Hebben ze honger dan geef ik ze eten, in de zomer gras en hooi en in de winter brokken. Is er paniek dan bescherm ik ze en leid ik ze naar veilige plekken.”

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu