Wichelroedeloper
Gerrit schakelt over op Natural Horsemanship, een methode waarbij men paarden op basis van communicatie, begrip en vertrouwen traint. Ook verhuist hij zijn 'Spanjaarden' van de manege naar een gehuurd stalletje met een weilandje erbij. Tot overmaat van ramp beginnen beide paarden daar kuren te vertonen. Een wichelroede-loper ontdekt dat zich onder de stal een kruising van acht wateraders bevindt. Gerrit verandert op aanraden van de wichelroedeloper een en ander in de stal, waarna de paarden weer tot rust komen. Na deze tweede positieve ervaring in de alternatieve hoek besluit Gerrit dat dit 'zijn ding' is en bombardeert hij het helpen van paarden tot zijn levensdoel. Per slot van rekening hebben ze hem ook geholpen bij zichzelf te komen.
Het eerste paard waarover Gerrit zich ontfermt is een manegepaard met een prikkeldraadwond. 'Het dier werd even op rust gezet en moest daarna weer in de les meelopen', herinnert Gerrit zich. 'De wond knapte steeds open en werd uiteindelijk een knots van een litteken. Ik had zo te doen met dat paard, dat ik het heb vrijgekocht.'
Tien jaar lang vangt Gerrit paarden op die een miserabel leven leiden. Vooral op paardenmarkten blijkt het paardenleed groot te zijn. 'In het goedkope segment gaan paarden voor een dubbeltje van de ene naar de andere handelaar. Soms kom je ze wel op tien markten achter elkaar tegen. Je kunt ze gewoon zien aftakelen.'