Eerlijk, eenvoudig en compleet paardenvoer - Paardenwaarden

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Eerlijk, eenvoudig en compleet paardenvoer

Wow Momenten > VOEDING
De onbegrijpelijke soberheid van het paardenmenu
De toenemende focus op paardenwelzijn doet diervoedingsproducent Paul Vente uit Nieuwerkerk a/d IJssel op een gegeven moment besluiten een brok know-how in huis te halen. Hij biedt voedingsspecialist Kees Naalden een aandeel in zijn bedrijf aan. Naalden, op dat moment werkzaam bij Subli, hapt toe. Vente Paardenvoeding een opvallende speler op de paarden-voedingsmarkt.  

Wie bij een producent van paardenvoeding op bezoek gaat, moet ernstig rekening houden met 'promotiepraat'. Dat een bedrijf haar producten promoot is uiteraard legitiem. 
Als het om paardenwelzijn gaat kunnen glossy folders tjokvol producten met klinkende namen de paardenhouder echter gestolen worden. Die heeft bovenal behoefte aan heldere informatie over paarden voeren. Wat zet je ze voor, hoeveel en wanneer? 
Per slot van rekening bepalen wij als paardeneigenaren voor onze paarden in hun ruif vinden. Maar wat weten we eigenlijk van de voederbehoeften van onze recreatie- en sportpaarden? Op naar Nieuwerkerk a/d IJssel. Laat nou net op die snikhete dag een vrachtwagen een rij matrixborden op de A12 aan diggelen rijden. Na een ochtend en middag luchtgekoeld mediteren in diverse files zitten we rond het eind van de middag eindelijk aan tafel met Kees Naalden. Kees is bij zijn carrièrewending niet over een nacht ijs gegaan. 'Ik heb het bedrijf van verschillende kanten bekeken: persoon, bedrijf, productassortiment, reputatie, werksfeer. Alles scoorde een goed tot uitstekend, tot en met de financiële gegevens.' 
Professionele paardenhouderijen
Kees geniet volop van zijn functie als buitendienstman en voedingsspecialist. 'Sommige mensen snappen niet wat er zo leuk aan is om elke dag met brokken langs de deur te gaan, maar ik zie dat anders. Ik heb elke dag interessante ontmoetingen en doe nieuwe kennis op. We schuwen kleinere paardenhouderijen niet, maar onze focus ligt op grote, professionele paardenhouderijen, zeg maar bedrijven met meer dan dertig paarden. Je hebt het dan over sportstallen, pensionstallen, maneges, opfokbedrijven et cetera. Ons huidige werkterrein is Zuid- en Noord-Holland, een gedeelte van Utrecht, Brabant een Zeeland, maar de intentie is het bedrijf gaandeweg rustig te laten groeien. De particulier wordt bij ons bediend via een aantal wederverkopers. Met bestaande klanten heb ik een actieve wisselwerking, in die zin dat wij ze bezoeken en dat zij ook ons benaderen als ze een vraag of een probleem hebben. Nieuwe klanten benaderen ons soms uit eigen beweging. Kom eens praten, want we hebben gehoord dat je veel over voeding weet. Het merendeel van onze 'nieuwe' klanten benaderen we echter actief, want de Nederlandse mengvoermarkt is een verdringingsmarkt en de concurrentie is pittig. Tijdens een vervolggesprek gaan we dan de diepte in.'

Over de grenzen van het mogelijke
Onderdeel van dat vervolggesprek is de zogenaamde 'Vente-scan'. Kees legt uit wat dat is. 'Wij houden de ondernemer zijn eigen spiegel voor, niet die van een ander. Hoe groot is het bedrijf? Wat speelt er?Hoe is de gevoelswereld van de mensen? Wat willen ze? De een heeft rendement als hoofddoelstelling, de ander vindt het welzijn van de paarden het belangrijkst. Weer een ander zoekt daar een combinatie in. Eerst wordt er een rondgang op het bedrijf gemaakt. Hier doe je ontzettend veel indirecte informatie op. Hoe staan de paarden erbij, op welk strooisel, welke producten worden er gebruikt en hoe is het gesteld met het stalklimaat, et cetera. Vervolgens worden de werkelijke feiten verwerkt. Dit vergt vaak niet meer dan een half uur tijd. De uitkomsten van de scan vormen vaak een prachtig platform om de ondernemer met zijn bedrijf verder te brengen. Het toevoegen van extra waarde aan zo’n bedrijf is niet alleen een boeiend aspect van dit werk, het brengt ook hechtere relaties tot stand met die klant. Over producten gesproken. Een paardenmagazine heeft ooit eens van een heleboel merken de etiketten afgeknipt, ze op een rijtje gelegd en met elkaar vergeleken. Wat bleek? De sportbrok van het ene merk komt overeen met de basisbrok van het andere merk. Wat moet je daar mee als paardenhouder?
Kees benadrukt dat de meeste producenten van paardenvoeding serieus hun best doen om via een naamstelling een brok te leveren die overeenkomt met de wereld waarin het paard functioneert. 'Soms wordt echter via tekst en marketing meer beloofd dan kan worden waargemaakt. Het is maar net hoe jij daar zelf als firma in staat'. Een vast gegeven is dat je in de mengvoersector voor paarden circa tien à vijftien grondstoffen tot je beschikking hebt. Diezelfde grondstoffen gebruikt elke producent in Nederland in zijn krachtvoeders. Waarom is het dan toch altijd het krachtvoer dat als schuldige wordt aangewezen wanneer zich gezondheidsproblemen voordoen? Omdat van krachtvoer de getallen bekend zijn. Die kun je dus gemakkelijk met elkaar vergelijken en wijzigen. Te weinig mensen beseffen wat krachtvoer eigenlijk is: een aanvulling op ruwvoer. Laten we dat dus eens wat nader onder de loep nemen. Ruwvoer (gras, kuilgras, weidehooi, luzerne, tarwestro) is de hoofdmoot van elk goed paardenrantsoen.
Punt is echter dat een aantal van deze producten zeer wisselend van samenstelling is. Een van de problemen waar de paarden -en dus ik ook- tegenaan lopen is dat kuilgras bepaalde soorten eiwitten bevat die problemen kunnen veroorzaken bij paarden die daar gevoelig voor zijn. Ook wil het suikergehalte nog wel eens aan de hoge kant zijn. Suikers kunnen enkelvoudig (suikerklontje) en meervoudig (granen) zijn en worden beiden in de dunne darm van het paard verwerkt tot glucose (glycogeen). Een teveel aan suikers leidt tot doorstroming naar de dikke darm, alwaar het gefermenteerd wordt door bacteriën met bijkomende verzuringen die de overige bacterieflora in de dikke darm stevig kunnen verstoren.
Geen enkele fabrikant van krachtvoer komt uit onder het gebruik van enkelvoudige suiker: rietmelasse, het spul dat ervoor zorgt dat de brok niet uit elkaar valt. Rietmelasse zit echter in een dermate lage dosering (5%) in ons krachtvoer dat het vrijwel nooit de hoofdveroorzaker van voedingsgerelateerde problemen is. Ik ben vanochtend op een bedrijf geweest waar twee kuilgrasuitslagen waren met 22% suiker in de droge stof. Bij gebruik van 6-8 kg product krijgen de paarden dus zomaar 1000 tot 1100 gram pure suiker te verwerken. Het krachtvoer komt erbij als aanvulling. Dat er dus grenzen van het mogelijke overschreden worden is dan niet vreemd. Derhalve is specialisme een vereiste om de paarden gezond te houden.'

Een 'verhaal'
Paul Vente komt binnen. Hij vertelt Kees dat fyto-therapeut Aat Barendrecht, waarmee hij die avond naar een klant gaat, is gearri-veerd en komt erbij zitten. Een fytotherapeut is een natuurgeneeskundige die met kruiden werkt', legt Kees uit.
'Hij maakt deel uit van mijn uitgebreide netwerk van specialisten.
We werken zo af en toe samen als de klant en zijn paarden daar behoefte aan hebben. In dit geval betreft het een paar topsportpaarden met een aantal bemerkingen die heel kortgeleden zijn aangegeven en die versneld aangepakt moeten worden. Als je op zo’n dun lijntje gaat lopen dan kunnen deze dopingvrije producten een paard net even sneller doen helpen c.q. Herstellen.' Terwijl Kees de fytotherapeut gaat vertellen dat het een tikkie later wordt, vertelt Paul waarom hij met Kees in zee is gegaan. 'In dit gebied waren vroeger heel veel koeien en varkens, maar daar zijn er niet veel meer van over. Er komt dus een tijd dat we alleen nog maar met paardenvoeder bezig zullen zijn. Als je hier paard wilt rijden ben je een beetje afhankelijk van de manege, omdat elk stukje beschikbare ruimte hier benut wordt voor woningbouw en recreatie. Daardoor heb je hier veel grotere manegebedrijven. Een aanzienlijk deel ervan betrekt bij ons het krachtvoer. Met Kees hebben we een extra stuk professionaliteit in huis gehaald en kunnen we daarnaast ons afzetgebied vergroten. We hebben nu namelijk niet alleen een product maar ook een verhaal, dat we onder andere door middel van voorlichtingsbijeenkomsten uitdragen.'
Samenstelling en service op maat
Het 'verhaal' waar Paul het over heeft is veelomvattender dan zo op het eerste gezicht lijkt, zo blijkt wanneer Kees de draad weer oppakt. 'Wat we bij de paardenhouders veel zien is dat niet alleen de knowhow omtrent voeding heel gewenst is -kijk maar naar de zoektochten naar informatie die op internet gaande zijn en de zin en onzinverhalen die je daar leest- maar dat er ook een schreeuwende behoefte is aan informatie over zaken als mestwetgeving, de gecombineerde opgave die verwerkt moet worden, onderhandelen met de gemeentes over de milieuwetgeving en zaken als huisvesting en ventilatie. Dat laatste is bij veel paardenbedrijven een ondergeschoven kindje. Ik was van de week bij een bedrijf dat een kap ging renoveren. Ik vroeg: heb je al nagedacht over ventilatie? Weet je wat het antwoord was? Daar zeg je me wat. Als ik hier 's morgens kom meurt het wel behoorlijk, maar dan zet ik de deuren gewoon open. Ik zeg: dat betekent wel dat de deuren twaalf uur lang in verband met diefstal gesloten zijn. Niet bevordelijk voor de gezondheid van je paarden. Dit soort dingen kom ik heel vaak tegen in de paardenhouderij. In de rundvee- en varkenshouderij is dit aspect beter geregeld. Voedingsdeskundige of niet, als je tevens de know-how in huis hebt om paardenhouders te adviseren hoe ze er met simpele aanpassingen voor kunnen zorgen dat hun paarden perfect geventileerd staan, moet je dat stukje service ook bieden, vind ik. Bovendien kunnen we ons daardoor onderscheiden van andere spelers op de markt. Snel leveren doen we ook, eventueel op maat. Een aantal klanten laat grotere partijen ruwvoer analyseren.'
Hoe belangrijk is het om ruwvoer te laten analyseren? Loont het? 'Het loont zeker. Voorbeeldje? Onlangs meldt iemand zich bij ons met de vraag: ik voer een gerenommeerd product en mijn paarden zijn wel fit, maar ze zien er niet uit. Nu heeft die voederproducent onlangs de productiemethode wat gewijzigd. Kan het daar aan liggen?
Wij weten ondertussen dat de productiemethode er niet zo toe doet, dus mijn antwoord was: ik wil graag je ruwvoer onderzocht hebben. Daarna gaan we verder praten. Ondertussen geef ik hem alvast een advies op basis van praktijkervaring en hij bestelt voer bij ons. De analyse rolt binnen. Wat blijkt? De klacht die hij uitte zat hem in het ruwvoer. Hij zegt: dan ben ik dus voor niets geswitcht? Nee, dat ben je niet. Jij had een probleem. Dat hebben wij opgelost. Je weet nu dat het probleem hem niet in het krachtvoer zat. De producent ervan heeft alleen niet herkend waar de fout zat. Onze grote kracht is dat wij op basis van de ruwvoer-analyse een samenstelling op maat kunnen uitdraaien. Gissen naar de oorzaak van een probleem is er dus niet meer bij. Onderdeel van ons servicepakket is ook dat we onze klanten vertellen waar ze goed ruwvoer kunnen kopen. Zo hebben wij erg goede ervaringen met Gerard Nijssen Fourages uit Nieuw Vennep.' 
Misverstanden
Even recapituleren. Hoogwaardig ruwvoer is dus belangrijk. Misverstanden over paardenvoer en paarden voeren de wereld uithelpen is ook belangrijk. Wat zijn de meest wijdverspreide misverstanden op dat gebied?
Dikke brok is beter dan dunne brok.
'De diameter van de korrel staat niet in relatie tot de vertering. Proefondervindelijk is zelfs vast komen staan dat het aantal kauwbewegingen en opnametijd van een kleine diameter korrel (5mm) hoger is dan van een dikkere diameter. Een brok moet vooral goed hard zijn. Dan komt er speeksel vrij. Daar zitten stoffen in zoals bicarbonaat (kalk) die goed zijn voor het zuur- base evenwicht in de maag en verteringskanaal van het paard.  
Het speeksel van een paard bevat enzymen die goed zijn voor de vertering.
'Het speeksel van een paard bevat in tegenstelling tot dat van de mens weinig tot geen enzymen. Het bevat vooral carbonaat (kalk) Veel speeksel is van belang voor de zuur-base balans. Een paard voelt zich hierdoor prettiger (natuurlijker). Een constante aanmaak van speeksel is belangrijk, want een paard is van nature gewend heel de dag door kleine beetjes te eten. Als het langere tijd geen ruwvoer heeft gekregen, produceert het veel maagzuur, wat tot maagzweren en irritaties als koliek kan leiden. Als je weet dat 1 kilo ruwvoer goed is voor 4 liter speeksel en 1 kilo krachtvoer voor 1 tot 1,5 liter speeksel begrijp je waarom onbeperkte toegang tot ruwvoer essentieel is voor een goede spijsvertering. En een goed getraind paard krijgt daar echt geen hooi- strobuik van.'
Hoe gevarieerder je voert, des te beter.
'Mensen mixen zich suf, alleen omdat ze zelf prijs stellen op variatie. Het is dus spiegelgedrag. Een paard zal het worst zijn hoe zijn voedsel eruit ziet en hoeveel zijn baas ervoor betaald heeft. Het voer dient stofvrij, fris ruikend en smakelijk te zijn. Mijn mening over mixen is ook dat wanneer je ongeplet graan vermengt met een krachtvoer, het paard dit graan vaak minder of zelfs ongekauwd tot zich neemt en het onverteerd weer het lichaam verlaat. Oorzaak is dat de diameter van de producten verschillen, de paardenmond herkent deze onvoldoende tot niet en neemt ongekauwde delen tot zich. Voer daarom ongeplette granen met of zonder vitaminekorrel altijd apart van de andere krachtvoersoorten. Brok dan wel muesli - de keuze is aan de paardenhouder - is compleet, uitgebalanceerd voedsel. Daar hoeft niets meer bij. Correctie... Mag niets meer bij, want je verstoort de balans.'
Hoe meer ik geef, des te beter.
'Dit is het grootste van alle problemen en een bron van gezondheidsklachten. Zeventig procent van de paarden op de bedrijven is te dik. Dat een paard van nature een sober dier is, wil er bij veel mensen eenvoudigweg niet in. De ratio wint het hier dus vaak niet van het gevoel dat meer beter is. Conclusie is dat men vaker bezig is met de bevrediging van het eigen ego dan met de gezondheid van hun paard. Het dier wordt daar meestal onbewust min of meer voor geslachtofferd. Ervaren sport- en paardenmensen begrijpen het vaak beter, zij ervaren de voordelen van correct voeren sneller. Zij voelen dat het dier gewoon beter in zijn vel zit als je niet te veel voert. Paarden die zware inspanningen leveren hebben toch zeker acht kilo aan krachtvoer nodig, is de gedachte. Mis. De meeste topstallen zitten bij mijn ervaring met het merendeel van hun paarden tussen de twee tot 4 kilogram totaal aan krachtvoer.'      
De relatie tussen voeding en enkele van de meest voorkomende gezondheidsproblemen bij paarden.
De nachtmerrie voor elke paardenhouder is OC(D). Bij OCD, oftewel Osteochondrose Dissecans, laat er een stukje bot los in het gewricht, meestal het spronggewricht. Chondron is Grieks voor kraakbeen en Dissecans is Latijn voor loslaten. De ziekte is een groeistoornis die ca. 30% van de Europese paardenpopulatie treft. OCD bij paarden wordt toegewezen aan erfelijkheid, voeding en beweging. Eén van de mogelijke oorzaken zou een tekort zijn aan de mineralen (Ca, P, Mg) en de sporenelementen (Cu (=koper), Zink, Mangaan)
Aan voedingsdeskundige Kees Naalden de vraag hoe je wat voeding betreft OCD zoveel mogelijk kunt voorkomen. De gedreven voedingsdeskundige fronst de wenkbrauwen. 'De meningen omtrent OCD lopen enorm uiteen. Er zijn een paar vooraanstaande artsen die de rol van voeding compleet ondergeschikt achten. Ze stellen dat de erfelijkheid simpelweg bepaalt of het er zal zijn of niet. Wij zijn van mening dat voeding wel degelijk een essentiële rol vervult. OC/OCD is een dynamisch proces vanaf -3 maanden tot 18 maanden. Kortom, het kan komen en gaan in die periode. Correcte voeding heeft een positieve bijdrage op het verdwijnen van een OC/OCD, dus geen remmende werking op het ontstaan. In de praktijk zie ik dat in de laatste drie maanden van de dracht van de merrie er veel scheef zit in wat de merrie nodig heeft en binnenkrijgt. Veel mensen denken: ik voer toch merriebrok dus is het oké. In de praktijk is het dan niet oké omdat de merrie meestal te weinig van bepaalde stoffen binnen krijgt. Daaronder koper (Cu). Met voeding op maat laat zich dat naar mijn mening vrij eenvoudig rechttrekken. Zorg er vervolgens voor dat de veulens tot en met het eerste levensjaar naast uitstekend ruwvoer minimaal 2 kg veulenkorrel te eten krijgen. Van 12 tot 18 maanden valt te bezien welke broksoort het beste past. Vanaf 18 maanden zie je vaak lage tot zeer lage giften aan krachtvoer in verband met overtollige energie vanuit ruwvoer. Dit kan weer een tekort aan mineralen, sporen en vitaminen doen ontstaan. Ook hier is rekenen van belang om tot de beste oplossing te komen.'

Zomereczeem
Een ander veel voorkomend probleem is zomereczeem. Naar schatting zestigduizend paarden in Nederland en met name de sobere rassen hebben hier last van. 
Speelt voeding nu wel of niet een rol? Kees aarzelt geen moment. 'Ja, voeding speelt een rol. Ik durf zelfs hardop te zeggen dat ik het er bij de meeste rassen afgevoerd kan krijgen. De IJslander is wel heel hardnekkig hierin, moet ik erbij zeggen... Natuurlijk zien we zomereczeem alleen in voorjaar en zomer de kop opsteken, omdat het zandmugje (culicoïdes) dan actief is. Deze insecten injecteren een anti-bloedstolling waardoor ze langer en meer ‘voedsel’ kunnen opnemen. Dit veroorzaakt bij het paard jeuk en het schuren begint. Zomereczeem is echter ook gedurende de winterperiode gewoonweg aanwezig. We zien het alleen niet omdat de mug er dan niet is om het te doen oplaaien. Vaak zie je dat zomereczeempaarden ook veel gevoeliger zijn voor spierverzuring. De afvoer van afvalstoffen verloopt bij deze paarden kennelijk moeilijker. Deze ‘afvalstoffen’ worden opgeslagen in het vetweefsel juist onder de huid. Bij overdadige voeding krijg je dus automatisch ook meer opslag van ‘afvalstoffen’. Er is dus een relatie met voeding, maar de brokken de schuld geven is mij te kort door de bocht. Door het rantsoen van deze paarden te versoberen op diverse fronten en 'iets' bij te geven kunnen die stoffen loskomen uit het lichaam. Je ziet dan de klachten verminderen en soms zelfs helemaal verdwijnen, vaak nadat er eerst een verergering van de klachten heeft plaatsgevonden.'
Dat 'iets' wat je bijgeeft -een preparaat- is dus van homeopatische oorsprong?
'Inderdaad. Maar een dergelijk preparaat kan alleen effectief zijn als de paardenhouder niet van het type 'ik-vind-sober-voeren-zo-zielig' is. Sober wil niet zeggen weinig, maar producten met minder ballast voor het paard. Omdat mengvoer maken onze kostwinning is, zijn we heel selectief bij het inzetten van kruiden voor de bestrijding van allergische reacties. Per slot van rekening zijn kruiden het vakgebied van de fytotherapeut. We hangen de 'kruidenfilosofie' ook niet aan de grote klok, omdat we de privacy van de klanten die er gebruik van maken respecteren.'
Paarden in natuurgebieden scharrelen zelf de kruiden bij elkaar waar ze behoefte aan hebben. Zou het een idee zijn om kruiden in het mengvoer te verwerken?
'Nee. Zo werkt het niet, want niet elk paard heeft per se al die kruiden nodig. Daarbij is de kostprijs van kruiden van hoogwaardige kwaliteit torenhoog. We gaan dus niet heel paardminnend Nederland onder de kruiden stoppen' 
Likemmer
Tijdens de rondleiding door de fabriek vertellen Kees en Paul over het speciale procedé dat Vente gebruikt om brokken te maken. Paul: 'We persen alles dubbel. Dat levert een slijtvaste brok op die weinig stof en gruis bevat.' Kees knikt. 'Laat één ding duidelijk zijn. In onze korrels zelf zitten echt geen wondermiddelen. Het is net als in de supermarkt: vla is vla. Er zit wel wat verschil tussen de ene vla en de andere, maar de verschillen zijn niet dermate groot dat de één goed is en de ander slecht. Met paardenvoer is het net zo. Graan is graan. Belangrijker dan wat er allemaal in zit, is de manier waarop je voert. Welk product is van toepassing op welke situatie?' Paul vult hem aan. 'Wij proberen onze producten zo te beschrijven dat de klant voor het product kiest dat het beste bij de betreffende situatie past. Het kan heel goed zijn dat wanneer je minder gaat voeren je juist naar een beter product in een hogere prijsklasse moet, waar je vervolgens veel minder van hoeft te voeren. Maar de resultaten zijn er dan ook naar. Dat wordt heel vaak uit het oog verloren.' Kees maakt ons attent op een rijtje emmers dat ergens hoog op een schap staat. 'De likemmer, waarmee we de natuur nabootsen. De likemmer is bestemd voor revaliderende paarden en paarden die heel weinig krachtvoer krijgen. Je zet zo'n ding gewoon in de bak en het paard neemt zelf zijn dagelijkse portie vitaminen en mineralen tot zich.' 
Over ruwvoer
Onder ruwvoer verstaan we voedermiddelen met een bepaalde vezellengte. Bij herkauwers gaat men ervan uit dat voer met een minimale vezellengte van acht mm nodig is voor een goede penswerking. Bij paarden worden vezels in de blinde en de dikke darm afgebroken en stimuleren tevens de darmbewegingen. Goede darmbewegingen zorgen ervoor dat het voer in de darm zich mengt met de darmsappen, zodat de voedselbrij optimaal verteerd en getransporteerd wordt. Ruwvoer dat aan paarden wordt gevoerd is: gras, hooi, luzerne, kuilhooi en stro. Dit komt overeen met wat paarden van nature gewend zijn te eten, namelijk verschillende soorten hard gras. Sommige mensen laten hun paarden om die reden ook knabbelen aan boomtwijgen en -takken.

Over krachtvoer
In de natuur eten paarden geen granen. Hun maagdarmkanaal is hier niet op gebouwd. Granen bevatten veel eenvoudig splitsbare zetmelen die eenmaal in het bloed een snelle verlaging van de zuurgraad geven. Om te voorkomen dat er in het bloed balansverstoringen plaatsvinden, is het belangrijk brokken zoveel mogelijk tegelijk met een water- en vezelrijk voer te geven, bijvoorbeeld wortelen. Ook is het belangrijk eerst hooi te voeren en daarna pas brokken, omdat hooi nooit een verzuring in het bloed geeft. Samengevat: kies eerst het ruwvoer en maak aan de hand van de samenstelling hiervan het rantsoen compleet met één of meerdere krachtvoeders.

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu