veulens inprenten - Paardenwaarden

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

veulens inprenten

Wow Momenten
Bij Paardenwaarden zijn we mordicus tegen het inprenten van pasgeboren veulens door mensen. Iemand die zich waarlijk in de paardentaal heeft verdiept, haalt het niet in zijn of haar hoofd om zich op te dringen aan een pasgeboren veulen, dat nog in het stro naast de merrie ligt bij te komen van de geboorte, klaar om een band met zijn moeder aan te gaan. Een veulen hoort zijn eerste inprenting van de merrie te krijgen. Zijn eerste ‘woordjes’ (lees: subtiele lichaamstaal en signalen) horen paardentaal te zijn en zijn eerste levenslessen hoort het te krijgen van medepaarden, niet van mensen. Waarom zijn we hier zo fel op? De opvoeding die wilde veulens van hun moeders, tantes, ooms en vader krijgen, bestaat uit een hele reeks zachte, maar rechtvaardige en consequent doorgevoerde lessen, die gericht zijn op harmonie tussen alle leden van de kudde. Veulens opvoeden is een van generatie op generatie overgeleverde vaardigheid.
Een vaardigheid die lang niet iedereen heeft, getuige de tv-programma’s over het opvoeden van kinderen en de bendes ontspoorde jongeren die de straten onveilig maken. Het is geen kunst om zo’n snoezig veulen te leren dansen.

Snoezig, met zijn voorbeentjes op je schouders. Maar dat kunstje kan je later fataal worden, als het eenmaal volwassen paard zich ineens dat stukje inprenting herinnert en je abusievelijk plet.  
Veulens horen kuddegedrag te ontwikkelen, gedrag dat de hele kudde dient. Een kuddegenoot pletten dient de kudde niet, dus dat spelletje is geen onderdeel van het lesrooster. Wat staat er wel op het lesrooster? Beleefdheid, zelfbeheersing, oplettendheid, snelheid, wendbaarheid, sociaal gedrag (elkaar groomen), respect voor de kuddeleiders, weten wat wel en niet eetbaar is, wie gevaarlijk is en wie ongevaarlijk is, etc... 

Niemand kan een paard beter opvoeden dan een paard. Kom als mens nooit tussen een merrie en haar pasgeboren veulen en de band die ze met elkaar aan het opbouwen zijn. Dit luistert echt heel nauw.
In wezen is inprenten door mensen een vorm van misbruik van een weerloos jong wezen. Je stelt je namelijk op als iemand die een bloedband met het diertje opbouwt, terwijl je die belofte later helemaal niet zult kunnen inlossen. Je kunt er immers niet altijd zijn voor het eenmaal volwassen paard. Vlak na de geboorte van een veulen hoort eerst de kudde te komen kennismaken met de boreling. Dit bereidt het veulen voor op het grotere verband waarin het leeft. 

Zijn moeder is degene die hij moet volgen, de kudde is zijn veilige haven. Een onmisbaar stukje ontwikkeling op een cruciaal moment. Er komt een moment in het leven van het veulen dat zijn moeder hem onder begeleiding de wereld laat ontdekken. Ze staat dan toe dat het veulen de veilige zone (haar lichaam, dat ze tot die tijd heel slim tussen haar veulen en het eventuele gevaar heeft gemanoeuvreerd) mag verlaten. Dat is het juiste moment om nader kennis te maken met het veulen. Heb dus geduld.
In het filmpje hierboven zie je hoe zo’n kennismaking in de vrije wildbaan verloopt. Deze al wat oudere konikveulens zijn al heel wat mans. Ze hebben een mens ontdekt en gaan op onderzoek uit, ogen-schijnlijk los van de kudde en helemaal zelfstandig... Of toch niet? 

De eerste bewuste aanraking: het verhaal van een paardenhouder die een stuk bewustzijn kreeg...

Het is nog maar vijf dagen geleden dat ons veulen en zijn moeder bij ons kwamen wonen. We hadden hem al een paar keer bezocht bij de fokker, waar hij het leuk vond om contact met ons te maken. Zijn verhuizing en die eerste rit in de trailer hebben hem echter kopschuw gemaakt.
Zijn moeder is vanaf het begin de kalmte zelf en heel erg in verbinding met mij. Hoewel ze hier nog maar vijf dagen woont en me alleen kent van mijn bezoekjes aan haar veulen, herkent ze me nu al als ik naar de paddock toekom en maakt direct contact met me.
Het veulen komt niet naar me toe en maakt geen contact. Ik besluit zijn beslissing te respecteren en mezelf niet op te dringen. Hij heeft het recht om 'nee' te zeggen. Toch?

Geduld
Vandaag, na vijf dagen geduld oefenen, hopen op een blij wederzien en een soepel verlopend contact, ondertussen dapper weerstand biedend aan mijn hartenwens hem te knuffelen en zijn zachte lijfje te voelen, kwam hij ineens naar me toe, terwijl ik bezig was de hoeven van zijn moeder uit te krabben. 

Ik had het pas in de gaten toen ik zijn snuitje op mijn wang voelde en zijn warme adem... Hij raakte me aan en blies lucht in mijn neus. Ik gebruikte mijn 'blijf kalm' techniek en bleef doodstil staan. En toen begon hij mijn hele lichaam te besnuffelen, heel behoedzaam en serieus. Mijn gezicht, mijn oren, mijn haar, mijn hoed, mijn jasje, mijn broek... De doelbewustheid van elk 'snufje' bracht bij mij een intens geluksgevoel teweeg. Hij was letterlijk mijn geur in zich aan het opnemen. Toen nam hij weer afstand, maar op een heel andere manier: langzaam, alsof hij het moeilijk vond zich van mij los te maken.

Veranderd
Hij was veranderd. Ik was veranderd. In mijn hart voel ik dat alles nu goed zal komen. In een flits voorvoelde ik onze toekomstige verbintenis en alle gelukkige momenten die we samen zullen delen.
Die verbintenis is er al, net als een taart in de oven, die tijd nodig heeft om te garen. Tijd die ik hem geef om nog bewustere beslissingen te nemen. In zijn eigen tempo. Op het moment dat hij er aan toe is. Ik eraan toe ben. Tot wij beiden eraan toe zijn. 

Weer op weg naar huis kwam ik ineens tot de realisatie hoe anders het vaak gaat. Hoe vaak dwingen we veulens niet onze aanrakingen te accepteren?
Hoe vaak berooft onze angst dat dingen niet zullen gebeuren, of niet snel genoeg zullen gebeuren, ons van zulke mooie, 'levensveranderende' momenten? Uit angst komt niets goeds voort. 
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu